Aan het eind van de achttiende eeuw streken kunstschilders en masse neer in het Gooise Laren. Het arme, geïsoleerde boerendorp werd een bloeiende kunstenaarskolonie. Wat is daar, anno 2014, nog van over?
Je vindt niet veel echte Laarders meer in Laren. Het dorp is overgenomen door de nouveau riche, de ene villa is nog groter dan de andere. Reinout Oerlemans woont er. Willeke Alberti. Erik de Zwart.
Het Gooise dorp oefent al bijna anderhalve eeuw een enorme aantrekkingskracht uit op buitenstaanders. Nu zijn het the rich and famous, begin vorige eeuw waren het schilders. Tot de jaren dertig van de vorige eeuw waren Laren en buurdorp Blaricum bloeiende kunstenaarskolonies. Nu herinnert bijna niemand zich dat nog. Laren is synoniem voor villa’s, hockey en botox. ‘Er worden tours georganiseerd langs de huizen van BN’ers’, schampert Vincent Hilhorst (54), geboren en getogen Laarder. ‘Waarom zou iemand willen zien hoe Paul de Leeuw zijn was ophangt?’
Schilder Jozef Israels (1824-1911) was de eerste die Laren in 1870 ‘ontdekte’. Ironisch genoeg was het de armoede die hem zo aantrok. Laren was een eenvoudig boerendorp dat nauwelijks tot geen contact met de buitenwereld had. Goed, er was een postkoets, maar daar was alles ook wel mee gezegd. Het landschap en de sobere boerenwoningen vormden ideaal decor voor de romantische schilder. Na Israels volgden Albert Neuhuys (1844-1914), Anton Mauve (1838-1888) en vele anderen. Deze drie schilders legden de basis voor een Laren als centrum van de karakteristieke Larense School.
Laren oefent al bijna anderhalve eeuw een enorme aantrekkingskracht uit op buitenstaanders. Nu zijn het the rich and famous, begin vorige eeuw de schilders
Hilhorst omschrijft zichzelf als de enige echte dorpsgids van Laren. Ik wil een speciale rondleiding, vertel ik hem, een kunsthistorische. Niemand die het dorp beter kent dan Hilhorst, maar nu trekt zelfs hij zijn wenkbrauwen op. ‘Dat gaat nog lastig worden, er is hier zoveel gesloopt. Het heeft allemaal plaatsgemaakt voor nieuwe villa’s.’ Dus het schildersdorp Laren is volledig weg gebulldozerd? ‘Dat niet. Je moet alleen wat beter kijken.’
We beginnen bij de Larense Brink. Vroeger stond het prestigieuze Hotel Hamdorff hier. Kunstenaars en kunstkopers ontmoetten elkaar in de gelagkamer van het hotel, ‘Het Kroegje van Jan Hamdorff’. Het instituut bestaat niet meer. Er is een appartementencomplex voor in de plaats gekomen, waar de woningprijzen – heel Gooisch – beginnen bij een miljoen.
Iets verderop, op de hoek van de Burgemeester van Nispenstraat en de Stationsweg, staat volgens Hilhorst ‘het lelijkste beeldje van Laren’. Het beeld in kwestie stelt een conducteur voor, grof geboetseerd en in brons gegoten. In 1881 kwam er een stoomtram die van Amsterdam naar Hilversum liep, via Diemen, Muiden, Muiderberg, Naarden en Laren. De tram staat ook wel bekend als de Gooise Moordenaar, vanwege de vele, soms dodelijke, ongelukken. De lijn is in 1958 uiteindelijk helemaal opgeheven; het monument staat tegenover de plaats waar vroeger het tramstation stond. Toch heeft deze killertram de welvaart van het dorp een enorme impuls gegeven.
Van de tientallen schilders die tussen 1870 en 1930 in Laren woonden en werkten, waren er twee vrouw: Arina Hugenholtz (1848-1934) en Wally Moes (1856-1918). Hugenholtz vestigde zich in 1885 op aanraden van Anton Mauve in Laren. Ze liet een atelier aan de Stationsweg bouwen, tegenover het hertenkamp. Een withouten boerderij met donkerblauwe luiken voor de ramen. Alleen was ze daar bijna nooit; ze werkte vooral buiten.
Laren bleef niet lang arm. Na de komst van de stoomtram stroomden de vreemdelingen toe. De boeren begonnen hen hun grond te verkopen. De prijs? Een rijksdaalder per vierkante meter. ‘De rijke Amsterdammers konden op die percelen alles doen wat ze wilden’, zegt Hilhorst. ‘Laren deed nog niet aan ruimtelijke planning. Vooral rondom het hertenkamp en aan de Hoefloo kun je dat goed zien. Kijk, daar staat een hoeve met een rieten dak en daarnaast heeft iemand een bakstenen huis met pannendak én torentje laten bouwen. Op de Hoefloo staat een huis dat door Rietveld is ontworpen.’ Een vreselijk lelijk ding, vond de gemeente destijds. ‘Het werd oogluikend toegestaan, mits er een aantal hele hoge bomen voor werd gezet. Tegenwoordig baalt iedereen ervan dat het vanaf de weg bijna niet te zien is.’ En de schilders? ‘Die vonden de toestroom prachtig natuurlijk, ze konden veel meer werk verkopen.’
De boeren begonnen de vreemdelingen hun grond te verkopen. De prijs? Een rijksdaalder per vierkante meter
Via het hertenkamp, de Hoefloo en de Houtweg komen we uit bij de Esseboom. Hier ligt het Rosa Spier Huis, een uitgestrekt (en vrij verouderd) woon- en werkcentrum voor oudere kunstenaars en wetenschappers. De appartementen, waarvan er veel een eigen atelier hebben, bieden plaats aan 73 bewoners. ‘Een bejaardentehuis voor artiesten. Het is de bedoeling dat ze hier kunnen werken zonder zich druk te maken om hun verzorging. Al kunnen sommigen geen kwast meer vasthouden’, zegt Hilhorst fijntjes. ‘Het complex is nodig aan vernieuwing toe, maar de buurtbewoners houden het tegen. Het zou hun rust maar verstoren.’
Tegenwoordig is de grond in Laren – op z’n zachtst gezegd – een stuk meer waard dan een rijksdaalder per meter. Toch zijn er een paar percelen die villa-vrij zijn gebleven. Ze zijn in het bezit van de Stichting Oude Landbouwgewassen Laren (SOLL). In de zomer groeit er rogge, gerst , spelt en mosterdzaad. Voor nu liggen de veldjes braak. Bij elk van de zestien akkers staat een bord met een schilderij (gemaakt door Paul Goyers), waarop je kunt zien wat Mauve, Neuhuys en Israels anderhalve eeuw geleden zagen. Aan zandpad de Oude Drift, even voorbij het Rosa Spierhuis, ligt zo’n veldje.
Wie dit zandpad volgt komt uit bij het Singer, een cultureel centrum, museum en theater. Het museum is vernoemd naar het Amerikaanse echtpaar William en Anna Singer, wiens kunstverzameling de kern van de collectie vormt. ‘Zij was verzot op het werk van de Larense schilders,’ vertelt Hilhorst. ‘Haar favorieten waren Jacob en Willem Dooyenwaard, Borgord en Mauve.’ De kunstkolonie Laren kende drie generaties schilders; de traditionele (Israels, Mauve), impressionistische (Hart Nibrig, Co Breman) en de modernistische (Bart van der Leck, Piet Mondriaan). Het Singer heeft vooral modernistische werken.
Schuin tegenover het Singer, op de hoek van de Naarderstraat, staat de villa waar Anton Mauve twee jaar geewoond heeft. ‘Villa Ariette’ staat er in zwierige letters op de muur, geflankeerd door een aantal muzieknoten en een schilderspalet. ‘Zijn vrouw, Ariëtte, was componiste’, wijst Hilhorst. ‘Mauve kwam hier eerst, zij volgde. In de tussentijd schreef hij haar brieven. Jetje, het is hier zo mooi.’ In villa Neuhuys, één deur verder, woonden Arina Hugenholtz en Wally Moes een tijdje samen. Als koppel? ‘Waarschijnlijk niet’, zegt Hilhorst. ‘Wally Moes is jaren verliefd geweest op de buurman.’
Een paar honderd meter verderop, aan de Naarderstraat 63, staat de villa die de impressionistische schilder Ferdinand Hart Nibbrig (een combinatie van de achternamen van zijn moeder en vader) liet bouwen. Villa Olmenhoeve staat leeg en dat is goed te zien door het enorme atelierraam aan de rechterkant. Hilhorst: ‘Nibbrig had zijn atelier op het noorden. Zo heb je heel weinig schaduweffecten. Op het noorden verschuift de schaduw van, noem eens wat, een boom nauwelijks tussen vijf uur ’s ochtends en vijf uur ’s avonds.’
Schuin tegenover Villa Olmenhoeve kun je een zandpad op dat wordt overkoepeld door metershoge bomen. Er valt nauwelijks zonlicht op het pad. Auto’s horen we ook niet meer, al staan we slechts op enkele tientallen meters van een van de centrale wegen van Laren. Aan de Oude Naarderweg woonden en werkten veel schilders. Het vroegere atelierhuisje van Evert Pieters (1856-1932) is gedegradeerd tot tuinhuisje en is nauwelijks te zien. Om het huisje is een heg heen gezet en op het perceel waarop het huisje staat, staat óók weer een heg.
In 1915 bracht Piet Mondriaan de zomer door in ‘De Linden’, een voormalig pensioen dat naast het atelier van Evert Pieters ligt. Mondriaan behoorde tot de derde generatie schilders die zich in Laren vestigden. Niet veel later zou hij, met zijn Larense collega’s Van Doesburg, Van der Leck en Huszár het tijdschrift De Stijl oprichten. De laatste woning aan de Oude Naarderweg is het atelier dat Wally Moes in 1903 liet bouwen, het ‘Klein Lindenhof’. Ik heb mijn camera koud uit mijn tas gehaald of de achterdeur gaat al open – de huidige bewoner (zijscheiding, Lacoste polo) komt polshoogte nemen. De Laarders zijn argwanend geworden; de huidige bewoners laten zich niet meer zo makkelijk vastleggen als hun voorgangers anderhalve eeuw geleden. Ze hebben zich teruggetrokken in hun villa’s, achter heggen, hekken en bewakingssystemen. Anno 2014 had Israels geen schijn van kans gehad.
De kunstroute:
Start bij Café ’t Bonte Paard op de Brink ● Loop de Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat in ● Ga rechtsaf de Stationsweg op ● Volg de Stationsweg langs het hertenkamp; daarna gaat hij over in de Hilversumseweg ● Ga de eerste rechts (Hoefloo) ● Nadat u het Rietveldhuis bent gepasseerd gaat u opnieuw rechts, een zandpad op. Dit pad komt uit op de Houtweg ● Ga rechts en vervolgens opnieuw rechts (Esseboom). Deze straat komt uit op de Werkdroger ● Ga rechts en loop rechtdoor de Oude Drift op ● Bij het Singer Museum links de Naarderstraat op ● Ga de eerste rechts (Oude Naarderweg) ● Ga de tweede links (Wally Moesweg) ● Ga de eerste rechts (Tafelbergweg) ● Via de Tafelbergweg en de Naarderstraat komt u terug op de Brink.
T 06-10104866
(Beeld: Anton Mauve, The Newborn Lamb (1884))
Leave a Reply